Het proces van de verkoop van een ouderlijk huis na het overlijden van ouders
Peter Louwies
02 Aug 2023
Het ouderlijk huis roept bij iedereen binnen het gezin ongetwijfeld een hoop nostalgische gevoelens op. Er kleven vaak veel mooie herinneringen aan het huis. Maar wanneer alle kinderen het nest hebben verlaten of een van de ouders overlijdt, kan het soms toch tijd zijn om het ouderlijk huis te verkopen. Maar wie mag eigenlijk beslissen over de verkoop? En naar wie gaat de opbrengst? Dit hangt af van de situatie.
Beide ouders zijn nog in leven
Als beide ouders nog in leven zijn, mogen zij natuurlijk helemaal zelf beslissen wat ze met hun geld en bezittingen doen. Het maakt niet uit waar de kinderen uiteindelijk recht op hebben. De erfgenamen krijgen pas na het overlijden van een (of beide) ouder(s) aansprakelijkheid over de erfenis. Ouders kunnen er echter wel voor kiezen om alvast een deel van hun bezittingen aan hun kinderen te schenken. Dit geldt ook voor de opbrengst van de verkoop van het ouderlijk huis.
Bij schenkingen gelden specifieke regels. Zo mag één kind niet bevoordeeld worden ten opzichte van de andere kinderen. Als dit wel gebeurt, kunnen de andere kinderen de schenking na het overlijden van de ouders aanvechten.
Een van de ouders is overleden
Als een van de ouders is overleden, maar de andere nog in leven is, kunnen verschillende situaties zich voordoen. Deze situaties bepalen hoe er met de verkoop van het ouderlijk huis moet worden omgegaan.
Langstlevende is half eigenaar en heeft vruchtgebruik
Als de ouders in gemeenschap van goederen waren getrouwd, is de helft van de woning eigendom van de langstlevende ouder. De andere helft behoorde toe aan de overleden ouder en vormt nu zijn of haar nalatenschap. In deze situatie is de langstlevende ouder niet volledig eigenaar van de woning en kan hij of zij niet alleen beslissen om het huis te verkopen. Toestemming van de erfgenamen is vereist. Ook de opbrengst van de verkoop moet op een specifieke manier worden verdeeld tussen de langstlevende ouder en de erfgenamen.
Vruchtgebruik
Van de nalatenschap van de overleden ouder heeft de langstlevende ouder recht op vruchtgebruik, wat betekent dat hij of zij het recht heeft om in de woning te blijven wonen. De geldelijke waarde van het vruchtgebruik wordt bepaald aan de hand van verschillende criteria, zoals de waarde of opbrengst van de woning, de aan de woning verbonden schulden en lasten, en de levensverwachting van de vruchtgebruiker. Meestal bedraagt het vruchtgebruik ongeveer 30% tot 40% van de nalatenschap. Het resterende deel wordt verdeeld onder de andere erfgenamen.
Rekenvoorbeeld:
- Opbrengst verkoop ouderlijk huis: €200.000
- Eigendom langstlevende ouder: €100.000
- Nalatenschap overleden ouder: €100.000
- Vruchtgebruik langstlevende ouder (30%): €30.000
- Erfenis te verdelen onder erfgenamen: €70.000
In dit geval heeft de langstlevende ouder bij verkoop van het ouderlijk huis recht op €130.000 van de opbrengst. Het komt vaak voor dat de langstlevende ouder alvast afstand doet van een deel hiervan. Dit kan door middel van een belastingvrije schenking aan de erfgenamen. Hierbij is echter wel een risico verbonden: als de langstlevende ouder binnen drie jaar na de schenking overlijdt, kan alsnog erfbelasting worden geheven op de schenking.
Langstlevende is volledig eigenaar
Veel stellen willen bovenstaande situatie voorkomen. Ze nemen in hun huwelijkscontract een specifieke clausule op die ervoor zorgt dat bij het overlijden van een van de partners de woning volledig eigendom wordt van de langstlevende. Dit kan worden geregeld met een keuzebeding of met de ‘langst-leeft-al-heeft’-clausule. Als er geen kinderen of andere erfgenamen in het spel zijn, wordt de woning eveneens volledig eigendom van de langstlevende. In beide gevallen kan de langstlevende zelfstandig beslissen om het huis te verkopen, en de opbrengst is volledig voor hem of haar.
Overledene was volledig eigenaar
Het kan ook voorkomen dat de woning volledig eigendom was van de overleden ouder, bijvoorbeeld omdat het stel onder huwelijkse voorwaarden was getrouwd of een andere regeling had getroffen. In dit geval behoort de gehele opbrengst van de woning tot de erfenis van de overleden ouder. Alle betrokken partijen moeten het eens zijn over de verkoop. Van de opbrengst wordt het vruchtgebruik berekend, en het restant wordt verdeeld onder de erfgenamen.
Beide ouders zijn overleden
Als beide ouders zijn overleden, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor de verkoop van de woning. De opbrengst wordt onder hen verdeeld, waarbij zij erfbelasting moeten betalen. Als een van de erfgenamen sterk gehecht is aan het huis, kan deze erfgenaam, als het financieel mogelijk is, “inkopen” in de woning. Dit houdt in dat de woning feitelijk aan deze erfgenaam wordt verkocht en dat hij of zij de andere erfgenamen een bedrag moet betalen.
Nalatenschap laten vastleggen
Om moeilijke situaties en familieruzies te voorkomen, is het aan te raden om bij een nazorgconsulent vast te laten leggen wat er met het ouderlijk huis moet gebeuren na overlijden. Een nazorgconsulent kan ook advies geven over dit onderwerp. Stellen kunnen bijvoorbeeld laten vastleggen dat de woning volledig eigendom wordt van de langstlevende.
Als jullie nog niet toe zijn aan dergelijke afspraken, kan het verstandig zijn om een betrouwbaar persoon een zorgvolmacht te geven. Deze persoon kan in geval van wilsonbekwaamheid (bijvoorbeeld door ziekte of een ongeluk) beslissingen nemen namens een ouder. Zo wordt een eventuele verkoop van het ouderlijk huis altijd goed geregeld.
Ouderlijk huis verkopen?
Het ouderlijk huis zal altijd een speciale plek in je hart hebben, of je er nu zelf vader of moeder bent geworden of een zoon of dochter bent. Je wilt niets liever dan dat het ouderlijk huis verkocht wordt aan nieuwe eigenaren die er goed voor zullen zorgen.
Neem contact met ons op voor deskundig advies en professionele hulp.