In de Vlaamse Codex Fiscaliteit worden erfgenamen en legatarissen geclassificeerd op basis van de bloedverwantschap van de overledene. In het geval dat de erfgenaam verder afstaat van de overledene in de stamboom, krijgt hij een hoger tarief.

De erfbelasting neemt geleidelijk toe. De tariefstructuur is in schijven opgesplitst. De tariefschijf van een erfgenaam of legataris stijgt naarmate hij meer uit een erfenis opstrijkt, wat resulteert in een hogere heffing.

De toepassing van de successietarieven hangt af van de fiscale woonplaats van de overledene. De successietarieven variëren inderdaad per regio.

De Vlaamse “splitting”

Het successietarief wordt in Vlaanderen op twee verschillende manieren toegepast: op het netto-actief van onroerende goederen en op het netto-actief van roerende goederen.

Als gevolg hiervan hebben erfgenamen de mogelijkheid om € 50.000 aan onroerende goederen aan 3% te erven en nog eens € 50.000 aan roerende goederen aan 3% te erven, wat resulteert in een totaal van € 100.000 aan 3%. Het roerend en onroerend vermogen van de erflater worden dus apart belast, wat de belastingdruk aanzienlijk verlaagt. Mensen betalen minder erfbelasting omdat ze minder snel in de hogere tariefschijven terechtkomen als gevolg van deze ‘splitting’.

Successierechten of erfbelasting?

Hoewel de termen “successierechten” en “erfbelasting” vaak worden gebruikt, betekenen ze nu eigenlijk hetzelfde? Goed! We gebruiken het algemene concept van successierechten voor belastingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest. Het Vlaams Gewest heeft een eigen definitie van de “erfbelasting”. Dit is de reden waarom je soms beide concepten tegenkomt.

Dus de successietarieven variëren per regio. Erfbelasting of successierechten worden berekend op basis van de informatie op uw aangifte van nalatenschap. Vind hier meer informatie over de procedures voor het indienen van de aangifte van nalatenschap.

Voor meer info neem contact op met DLP.